Het stedenbouwkundig plan voor WG-Oost van Jo Crepain neemt op natuurlijke wijze zijn plaats in binnen de structuur van de stad doordat het goed aansluit bij de bebouwing aan de 1e Constantijn Huygensstraat die bestaat uit gesloten bouwblokken. De drie gebouwen die het voormalige Jan Swammerdam Instituut vervangen lijken óók gesloten bouwblokken, maar vertonen daarnaast kenmerken van autonome gebouwen en zelfs van strokenbouw.
Omdat blok A aansluit op de bestaande, laat 19e eeuwse, bebouwing aan de 2e Helmersstraat, is het bouwvolume ter plaatse verfijnd.

Het 5 meter hoge basement refereert aan een gesloten bouwblok en oogt daarom solide, maar is uitgevoerd in helder glas en grof gefigureerd smeltglas. In deze glazen plint geven kleurige aluminium kozijnen toegang tot de commerciële ruimten en de werkwoningen. De toegang tot de entreehal is uitgevoerd in roestvrij staal. Ter hoogte van de 1e verdieping transformeert de glazen plint in een balustrade ten behoeve van Franse balkons.
De beide bouwdelen op het basement worden in functioneel en architectonisch opzicht met elkaar verbonden door de loopbruggen en een 15 meter hoge glazen geluidsscherm.
De bakstenen gevels van de twee bouwdelen worden bepaald door een ritme van verticale gevelopeningen en gaten in de hoge dakranden. Dit ritme wordt verrijkt door accenten in de vorm van grote ‘bloemkozijnen’ die tegen verkeerslawaai beschermd worden door verschuifbare glasplaten die in het zelfde vlak liggen als het metselwerk. De compositie van gevelopeningen manifesteert zich overhoeks anders dan frontaal, wat bijdraagt aan een levendig gevelbeeld.

Blok A heeft op de begane grond 4 commerciële ruimten en 3 werk-woningen. Daarboven bevinden zich 7 verdiepingen met 21 koop- en 22 sociale huurwoningen. De huur- en koopwoningen zijn niet geclusterd, maar door het gebouw verspreid. Onder Furore is een parkeergarage met 2 niveaus gerealiseerd.

Het hoofdtrappenhuis vormt vanaf niveau -2 tot en met de 6e verdieping één ruimte en ontvangt van veel kanten daglicht. Zelfs de bewoners die in de kelder op niveau -2 hun auto parkeren bereiken daardoor op plezierige wijze hun appartement.
De woningen op de 1e verdieping worden ontsloten vanaf de ruime terrassen waar die woningen over beschikken. Op de 2e tot en met 5e verdieping takt het hoofdtrappenhuis aan op loopbruggen die de appartementen in bouwdeel A1 ontsluiten, en galerijen die de appartementen in bouwdeel A2 ontsluiten. De loopbruggen zijn plaatselijk breed zodat ze door de aangrenzende woningen als buitenruimte gebruikt kunnen worden.
De galerijen daarentegen zijn smal gehouden om zo veel mogelijk daglicht in de woningen toe te laten. Het toegestane bouwvolume maakte het mogelijk om op de 6e verdieping op bouwdeel A2 drie maisonnettes te realiseren. Deze eengezinswoningen worden ontsloten via een beschutte galerij en beschikken aan de zuidzijde alle over een dakterras dat door de hoge dakrand van het hoofdvolume een beschut en intiem karakter heeft.

Ontwerpteam: Kruunenberg Van der Erve Architecten